vrijdag 3 juni 2011

De wolf en de kraanvogel



Op een dag greep een wolf een mooie, vette kip. Hij at het schepsel gulzig en met huid en haar op. Bij de laatste hap bleef echter een scherp botje in zijn keel steken. Hij kuchte en hoestte en de tranen rolden uit zijn ogen maar hij kreeg het botje niet uit zijn keel. Hij verging van de pijn en rende door het bos op zoek naar hulp. Ieder dier dat hij tegenkwam smeekte hij hem te helpen. Hij beloofde een royale beloning voor diegene die hem kon helpen.  De dieren waren bekend met zijn gemene streken en weigerden hem te helpen.
Na een lange zoektocht naar hulp trof de wolf een kraanvogel aan, die tussen het riet aan de waterkant opdook. Hij luisterde naar het verzoek van de wolf en toen hij van de beloning hoorde stemde hij toe te helpen. Diep in de keel van de wolf kijkend, kon de kraanvogel het scherpe botje zien zitten. Met zijn snavel trok hij het botje langzaam maar uit de wolf zijn keel.

Daarna vroeg de kraanvogel om zijn beloofde beloning maar de wolf gaf hem die echter niet. De wolf grijnsde breed en snauwde "Ondankbaar schepsel. Heb ik je je leven niet geschonken? Hoeveel kunnen hun kop in de bek van een wolf steken en het dan ook nog navertellen?"
 
De wolf en de kraanvogel is geschreven door de Griekse dichter Aisopos of Aesopus. Deze fabel zou geschreven zijn tussen 620 en 560 voor Christus. Aesopus besluit met de moraliteit: "Wie een slecht mens hulp biedt, moet weten dat hij weinig voor terugziet". De fabels van Aisopos worden nog steeds gebruikt om morele lessen uit te trekken. Zijn fabels zijn de oudst bekende dierenfabels.

Bron: http://www.corfuforum.nl/info/algemeen/cultuur-en-meer/mythologie-geschiedenis/item/de-wolf-en-de-kraanvogel